De benaming voor de honderdduizenden vluchtelingen uit Vietnam sinds 1976.
Na de verovering op 30 april 1975 van Zuid-Vietnam door Noord-Vietnam en de Vietcong, en het herenigen van Vietnam in juli 1976 tot de Socialistische Republiek Vietnam, namen talloze inwoners de wijk. Uit angst voor represailles of uit wanhoop over een toekomst in een communistisch land, ontvluchtten honderdduizenden Vietnamezen hun vaderland. Vooral in de jaren 1979-82 was er een ware vloedgolf van vluchtelingen, met name van Vietnamezen van Chinese origine. Omdat de meesten met vaak overvolle bootjes een goed heenkomen zochten, kwam de naam bootvluchtelingen in zwang. Nog in 1985 verlieten gemiddeld duizend Vietnamezen per maand hun land. Veel vluchtelingen overleefden de tocht niet. Tienduizenden Vietnamezen werden aangevallen en vermoord door piraten, verdronken in zee of waren voer voor de haaien. De bootvluchtelingen werden niet altijd gastvrij ontvangen. Met name Hongkong dat door vluchtelingen overspoeld dreigde te worden, behandelde de vluchtelingen streng, en sloot ze in kampen op. Vanuit opvangkampen in Azië zwermden de bootvluchtelingen over de hele wereld uit. Aan het eind van de jaren tachtig normaliseerden de verhoudingen in Vietnam, waardoor de vluchtelingenstroom vrijwel opdroogde.
In 1980 werd de term bootvluchtelingen ook gebruikt voor de honderdvijfentwintigduizend Cubaanse emigranten die van de regering toestemming kregen per boot het land te verlaten. In augustus 1994 kwam opnieuw een stroom Cubaanse bootvluchtelingen op gang, nadat Fidel Castro in een toespraak liet weten dat als de Verenigde Staten niets ondernamen om een einde te maken aan het aanzetten tot illegaal vluchten, niemand zou worden verhinderd te vertrekken. Die mededeling was het sein voor duizenden Cubanen op meestal wrakke bootjes of vlotten koers te zetten naar de VS. Het grootste deel van de ongeveer dertigduizend vluchtelingen werd op de Amerikaanse marinebasis Guantánamo op Cuba, en in kampen in de Panamakanaalzone opgevangen. Er werd ook wel over Cubaanse `vlotmensen' gesproken.