Sovjetrussisch arts en dissidente, getrouwd met Andrej Sacharov.
Bonner nam in 1941 vrijwillig dienst in het Rode Leger en diende aan het front. Na de Tweede Wereldoorlog studeerde ze medicijnen in Leningrad en werkte ze als districtsarts, kinderarts en medisch hulpverlener in Irak. Toen de Communistische Partij zich officieel van het stalinisme had gedistantieerd, werd Bonner in 1965 lid. In de jaren daarna raakte zij steeds meer betrokken bij het ondergrondse politieke verzet.
In 1970 ontmoette zij Andrej Sacharov, de beroemde kerngeleerde en strijder voor de mensenrechten in de Sovjetunie. Ze trouwden in 1971. Van 1980-86 woonden ze in Gorki, waarheen Sacharov door de Sovjetautoriteiten was verbannen. Na een hongerstaking van vijf maanden kreeg Bonner in januari 1985 toestem-ming om voor een oogoperatie naar de Verenigde Staten te gaan. In die maanden van vrijheid schreef ze over de jaren van verbanning de roman Samen alleen (1986).
Na de dood van Sacharov in 1989 bleef Bonner een van de leiders van de democratische beweging in de Sovjetunie. In 1992 ontving ze in Amsterdam de mensenrechtenprijs van het Internationaal Humanistisch Congres.