Voluit: Máxima Prinses der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, mevrouw van Amsberg; geboren op 17 mei 1971 in Buenos Aires; trouwde op 2 februari 2002 te Amsterdam met prins Willem-Alexander; dochter: prinses Catharina-Amalia (2003). De prinses verwacht een tweede kind in juli 2005.
Máxima werd in 1971 geboren in een privé-kliniek in Buenos Aires in Argentinië. Ze was het eerste kind van Jorge Horacio Zorreguieta (1928) en Maria del Carmen Cerruti (1944). Uit een eerder huwelijk, met Marta López Gil, had Jorge Zorreguieta al drie kinderen: Maria, Angeles en Dolores. Het gezin vestigde zich in Buenos Aires. Een jaar na Máxima kwam Martin. Tien jaar later kreeg Máxima nog een broer, Juan, en weer twee jaar later een zuster, Ines.
Máxima werd enkele weken na haar geboorte rooms-katholiek gedoopt in de kerk Nuestra Senora del Socorro in de Argentijnse hoofdstad. De naam Máxima komt vaker voor in de van oorsprong Baskische familie Zorreguieta. Vader Zorreguieta was op het moment van Máxima’s geboorte actief als bestuurder in de agrarische sector en werd na de staatsgreep van dictator J. Videla in 1976 subsecretaris en later onderminister van landbouw. Met de staatsgreep begon in Argentinië ‘de vuile oorlog’ (Guerra Sucia) van de militaire junta. De militairen bleven aan de macht tot in 1983 R. Alfonsin president werd.
Máxima groeide op in een tamelijk bescheiden appartement in de gegoede wijk Barrio Norte. De familie bracht de zomervakanties veelal door in Mar de Plata. Tijdens de wintersportvakanties verbleef de familie Zorreguieta in het eigen vakantiehuisje in Bariloche, een fameus Argentijns vakantieoord, waar prins Bernhard geen onbekende was en waar Máxima jaren later ook met Willem-Alexander zou gaan skiën. Máxima volbracht haar lagere school op het Colegio Mallinkroth. In 1988 behaalde ze aan de particuliere Northlands School (tweetalige opleiding, Spaans en Engels) haar baccalaureaat. In 1995 studeerde ze aan de Universidad Católica Argentina af in economie, met een als zeer goed beoordeelde afstudeerscriptie over de monetaire politiek in het gedachtegoed van vooral de Oostenrijkse Economische School.
Tijdens haar studie werkte Máxima van 1989 tot 1990 bij Mercado Abierto S.A., waar zij onderzoek deed naar op de financiële markt gerichte software. Van 1992 tot 1995 werkte zij bij Boston Securities S.A. in Buenos Aires, op het Sales Department. Tevens gaf zij Engels aan kinderen en volwassenen en wiskunde aan middelbare scholieren en eerstejaarsstudenten. Van juli 1996 tot maart 1998 was Máxima werkzaam bij HSBC James Capel Inc. in New York (VS) als vice-president Latin American Institutional Sales. Daarna werkte zij tot augustus 1999 in New York bij Dresdner Kleinwort Benson, ook als vice-president bij de afdeling Emerging Markets. Vervolgens was ze tot mei 2000 actief bij de Deutsche Bank in New York als vice-president Institutional Sales. Het was in haar New Yorkse periode, toen ze eerst in Soho en vervolgens in Chelsea woonde, dat ze de Prins van Oranje leerde kennen in Spanje, tijdens de heilige week in Sevilla.
De eerste berichten over de vriendschap, in 1999, zorgden in Nederland voor een ongekende mediahype. Op 1 september werd bekend dat de Prins van Oranje met minister-president W. Kok over Máxima had gesproken. Kok zei dat Máxima ‘voldoende bijzonder is om te melden, maar niet bijzonder genoeg voor aanvullende mededelingen’. Omwille van de prins verhuisde de Argentijnse uiteindelijk naar Brussel, waar ze tot april 2001 werkzaam was op het EU Representative Office van de Deutsche Bank. Op de 63e verjaardag van koningin Beatrix was Máxima op het verjaardagsfeest in het Stedelijk Museum in Amsterdam als officieel genodigde aanwezig.
Dat de bekendmaking van de verloving niet lang meer op zich zou laten wachten, was in de ogen van velen duidelijk. Niet bekend was dat de prins haar nog geen twee weken daarvoor gevraagd had zijn vrouw te worden, op het ijs van de vijver van paleis Huis ten Bosch.
Die bekendmaking zou echter niet zonder slag of stoot gaan. De kroonprins maakte het er de minister-president niet makkelijker op door tijdens een bezoek aan New York journalisten aan te sporen tot beter bronnenonderzoek in de zaak van vader Zorreguieta. Hij verwees in dat verband naar een ‘open bron’; een brief in de krant La Nacion, die later echter van J. Videla bleek te zijn.
Premier Kok reageerde zeer ontstemd, maar op 30 maart was er mede dankzij bemiddeling achter de schermen van minister van Staat Max van der Stoel en onderzoek van historicus M. Baud het nodige gladgestreken om de verloving bekend te kunnen maken. Máxima nam afstand van het juntaverleden van haar vader, maar niet van de man zelf: ‘Over mijn vaders deelname aan die toenmalige regering wil ik in alle eerlijkheid zeggen dat ik spijt heb dat hij zijn best gedaan heeft voor de landbouw in een verkeerd regime. Hij had de beste intenties en ik geloof in hem.’ Er bleek afgesproken te zijn dat vader Zorreguieta het huwelijk niet zou bijwonen; haar moeder zou bij haar man blijven. Máxima noemde de New Yorkse uitspraken van Willem-Alexander 'een beetje dom’. Het werd een gevleugelde uitspraak.
Dat Máxima rooms-katholiek was (en vooralsnog zou blijven) leek voor weinig mensen een probleem. Op 17 mei werd Máxima Nederlandse, op 3 juni keurde de Verenigde Vergadering het wetsvoorstel aangaande het huwelijk goed. Aan het eind van de zomer volgden zestien kennismakingsbezoeken, die overal enorme massa’s op de been brachten. In opiniepeilingen was Máxima de populairste persoon van het Koninklijk Huis, al was ze nog niet eens echt lid en wist bijna niemand iets van haar af. Tijdens het laatste bezoek aan Drenthe zei ze al die aandacht wel moeilijk te vinden. Het stel voelde veel druk op zich rusten.
Intussen was Máxima actief bezig met het bestuderen van de Nederlandse taal, geschiedenis en staatsrecht. Op 18 oktober 2001 kwam Máxima in het nieuws door een aanrijding met een Wassenaarse vleeshandelaar, vlak bij Huis ten Bosch. De man brak een been en er volgde een lange juridische nasleep, waarbij zij zelfs gehoord werd op het Paleis van Justitie in Den Haag. Tijdens de huwelijksvoltrekking op 2 februari 2002 in Amsterdam voor de wet door burgemeester Job Cohen en tijdens de kerkelijke inzegening door dominee Carel ter Linden viel vrijwel heel Nederland definitief voor de charmes van de nieuwe prinses, zeker ook dankzij ‘de traan’ bij het horen van een tango uit haar vaderland. Na de stralende huwelijksdag bezocht het bruidspaar diezelfde avond haar ouders. De huwelijksreis voerde vervolgens naar Nieuw-Zeeland.
Máxima bleef in de eerste periode van haar huwelijk op de achtergrond. Wel trad ze naar voren bij bezoeken aan de Antillen en Aruba (kennismaking) en Ghana (viering betrekkingen). Het jaar erop trad ze meer en meer uit de beslotenheid. Ze manifesteerde zich als beschermvrouwe van het Oranje Fonds (voor meer sociale samenhang) en nam deel aan een commissie voor de emancipatie van allochtone vrouwen. De prinses werd ook voorzitter van de Board of Trustees van de Prins Claus Leerstoel. Op 18 juni 2003 meldden zij en haar man tijdens een bijeenkomst van de Vereniging Verslaggevers Koninklijk Huis dat de prinses in verwachting was.
In juli verhuisde het paar naar buitenplaats De Horsten in Wassenaar. Er volgde een lichamelijk zware periode voor de prinses, maar op 7 december schonk ze tijdens een voorspoedige bevalling in het Haagse Bronovo-ziekenhuis het leven aan erfprinses Catharina-Amalia. Het kindje werd in een protestantse dienst gedoopt op 12 juni 2004 in Den Haag, in aanwezigheid van Máxima’s ouders. Door het grotere privé-karakter van deze plechtigheid was er geen bezwaar tegen de aanwezigheid van vader Zorreguieta, al was er buiten de kerk een kleine demonstratie.
Op 20 oktober 2004 nam prinses Máxima zitting in de Raad van State.
Zie ook Zorreguieta.