Vroeger paleis, thans Koninklijk Kabinet van Schilderijen het Mauritshuis. Dit museum in Den Haag is genoemd naar bouwheer en bewoner vorst Johan-Maurits van Nassau-Siegen (1604-1679).
Johan-Maurits was de zoon van Jan de Middelste van Nassau, een oomzegger van prins Willem I van Oranje. Hij vervulde veel militaire functies in de Republiek en was ook enige tijd gouverneur-generaal van Brazilië. Omdat hij veelvuldig in Den Haag vertoefde, liet hij tussen 1632 en 1644 door de architecten Jacob van Campen en Pieter Post een classicistisch paleisje bouwen naast het Binnenhof aan de Hofvijver. Sinds 1822 is hier het Koninklijk Kabinet van Schilderijen ondergebracht. De kern van de verzameling is de imposante schilderijencollectie van prins Willem V, die in 1795 na de inval van de Franse legers naar Parijs was afgevoerd. Pas na moeizame onderhandelingen konden de kunstwerken na de val van Napoleon in 1815 terugkeren.
Koning Willem I, de zoon van Willem V, eiste ze niet voor zichzelf op, maar gaf de schilderijen een museale functie in overheidsbezit. Dankzij koning Willem I heeft het Koninklijk Kabinet van Schilderijen zelfs enkele topstukken kunnen verwerven, zoals Vermeers Gezicht op Delft en Rembrandts Anatomische les.