Stad in Zuid-Holland, sinds prins Willem I van Oranje verbonden met de Oranjes. In de Nieuwe Kerk bevinden zich zijn praalgraf en de koninklijke grafkelder.
Nadat prins Willem I van Oranje in 1572 door de Eerste Vrije Statenvergadering in Dordrecht als stadhouder erkend werd, verliet hij zijn tijdelijke verblijfplaats Dillenburg en vestigde zich in Delft. Den Haag met zijn regeringscentrum leek meer voor de hand te liggen, maar Delft was veiliger omdat het was omringd door een verdedigingswal. Hij ging wonen in het voormalige Sint-Agathaklooster. Het gebouw werd sindsdien Prinsenhof genoemd. Hier werd Willem van Oranje op 10 juli 1584 door Balthazar Gerards vermoord. Omdat Breda in Spaanse handen was, kon de prins niet in het familiegraf in de Grote Kerk bijgezet worden.
Hij werd daarom bijgezet in de Nieuwe Kerk in Delft. Sindsdien zijn veel leden van het Oranjehuis bijgezet in de twee grafkelders, die niet voor het publiek toegankelijk zijn.
In 1842 richtte koning Willem II de ‘Koninklijke Akademie ter opleiding van burgerlijke ingenieurs zoo voor ’s lands dienst als voor de nijverheid en van kweekelingen voor den handel’ op. Persoonlijke overwegingen van de koning zouden ertoe hebben geleid dat de Akademie in Delft werd gevestigd. Een jaar later kreeg de school ook de bevoegdheid ambtenaren voor Nederlands-Indië op te leiden. De Prins van Oranje werd beschermheer. Vanaf 1986 geldt de huidige benaming: Technische Universiteit Delft. Prins Friso heeft een bijzondere band met de stad: hij studeerde er lucht- en ruimtevaarttechniek.
In maart 2004 werd hij directeur van het in Delft gevestigde TNO Space en in april 2004 trouwde de prins in de Oude Kerk met Mabel Wisse Smit. In de Nieuwe Kerk bevindt zich niet alleen de koninklijke grafkelder, maar staat ook het praalgraf van Willem van Oranje. In de jaren negentig van de 20e eeuw werd het volledig gerestaureerd en in 2001 onthuld door koningin Beatrix. In de kerk zijn gebrandschilderde ramen met afbeeldingen van Oranjevorsten en bijbelse voorstellingen te zien. In de kooromgang zijn monumenten opgericht voor meerdere Oranjes.
In de toren van de Oude kerk hangt de zware Trinitasklok ook wel de Bourdon genoemd uit 1570. Hij wordt alleen geluid bij zeer bijzondere gebeurtenissen, waaronder begrafenissen van leden van het Koninklijk Huis. In de kerk is een glas-in-loodraam met een beeltenis van Willem van Oranje.
In het voormalige Sint-Agathaklooster is sinds 1948 het Stedelijk Museum Het Prinsenhof ondergebracht. In de muur van het trappenhuis zijn nog steeds twee gaten te zien van kogels die Balthazar Gerards destijds in het Prinsenhof afvuurde op Willem van Oranje. In de tuin van het Prinsenhof staat een in 1957 geplante loot van de oude lindeboom uit Dillenburg, waaronder Willem van Oranje naar verluidt in 1568 een delegatie uit de Nederlanden ontving.
In het Legermuseum is onder andere het militaire verleden van de Oranjes te zien.
Zie ook grafkelder Nieuwe Kerk Delft Prinsenhof.
