Tot onder koningin Juliana kende de hofhouding, tussen de functies van grootmeesteres en hofdame in, de functie van dame du palais. De inhoud van het werk van een dame du palais en de achtergrond van degenen die ervoor gevraagd werden, komt sterk overeen met het profiel van de hofdame (een dame d’honneur) onder koningin Beatrix.
In de negentiende en tot ver in de twintigste eeuw kon de koningin beschikken over meer dames du palais dan hofdames. Zij ondersteunden de koningin in haar sociale contacten, bijvoorbeeld tijdens ontvangsten, audiënties en bezoeken, maar ook in correspondentie. De positie van dame du palais was, in tegenstelling tot die van hofdame in de negentiende eeuw, een onbezoldigde functie. Wegens de hoge kosten van garderobe en het grote belang van gevoel voor sociale verhoudingen, kwamen de dames du palais meestal uit de betere standen.
