(eig. Niccolö, 1778-1827) Italiaans dichter en romancier.
Hij leidde een bewogen leven met veel reizen en liefdesgeschiedenissen en zette zich zeer in voor de Italiaanse eenheid en onafhankelijkheid. Werk o.a.: tragedies, zoals Aiace 1811, de ode A Bonaparte liberatore 1797, de roman in brieven Le ultime lettere di Jacopo Ortis 1802, een twaalftal sonnetten, die volgens Carducci tot de beste na die van Dante en Petrarca gerekend moeten worden, twee oden, het gedicht I sepolcri 1807 (bestaande uit 295 elflettergrepige verzen) en Le grazie 1812, drie allegrische hymnen, gewijd aan Venus, Vesta, en Pallas.