(1874-1965) Engels schrijver en dichter, was accountant en redacteur van het tijdschrift 'Poetry'. Hij debuteerde met poëzie, gebundeld in Scenes from Morte d'Arthur 1919.
Daarna verschenen SF-romans, getiteld The world below 1924 en The amphibians 1929; het zijn de eerste twee delen van een onvoltooide trilogie en ze spelen op aarde in een periode die 3000 eeuwen na onze tijd ligt. Uit onvrede met zijn eigen leven schreef W. over verre culturen en exotische planeten. Ook succesvol waren Deluge 1928 en het vervolg Dawn 1929, spelend na een enorme overstroming. In de tweede helft van de jaren '30 schreef W. een aantal oorlogsverhalen, geënt op de dreiging van het nazisme. Dit zijn Prelude in Prague 1935, Meg id do's ridge 1937 en The adventure of Wyndham Smith 1938. Daarnaast verschenen nog enkele detectiveverhalen, w.o. The Bell Street murders 1931 en het vervolg The secret of the screen 1933. Verhalen werden o.m. verzameld in The new gods lead 1932, The witch finder 1946 en The throne of Saturn 1949. W. vertaalde werk van Dante en schreef een biografie van Sir Walter Scott.
