(geb. 1912) Engels schrijver en dichter van Ierse afkomst. Hij heeft het grootste deel van zijn leven buiten Engeland gewoond (o.m. in Frankrijk en Griekenland).
Het bekendste is van hem de tetralogie The Alexandria quartet 1957-'60, bestaande uit Justine (Justine), Balthazar (Balthazar), Mountolive (Mountolive) en Clea (Clea). Hierin wordt het verval van een beschaving beschreven aan de hand van het decadente postkoloniale Alexandrië. Ook in andere werken komt zijn cultuurpessimisme tot uiting. Hij schreef o.a. nog de romans The black book 1938, Prospero's cell 1945, Reflections on a marine Venus 1953, Bitter lemons 1957 (de laatste drie gaan over zijn ervaringen in het Middellandse Zee-gebied), White eagles over Serbia 1957 (Witte adelaars boven Servië; jongensboek), Esprit de corps 1959 (Esprit de corps), Sauve qui peut 1966 (beide bevatten verhalen over de diplomatieke dienst), Nunquam 1970, Monsieur or the prince of darkness 1974, Livia or buried alive 1978, Constance or solitary practices 1982, Sebastian or special tastes 1983; toneelstukken als Sappho 1950 en Actis 1961; gedichten in The privat country 1943, The tree of idleness 1955, Vega 1973; en essays. In 1963 werd zijn briefwisseling met Henry Miller gepubliceerd.
