(geb. 1932) Frans schrijver en filmer van Spaanse afkomst, studeerde rechten in Madrid, woont sinds 1955 in Frankrijk, mede omdat zijn avantgardistische werk in Spanje geen waardering kreeg. In de jaren '50 schreef hij een aantal stukken die tot het zgn. théâtre panique gerekend worden.
Centraal hierin staat de machtswellust en de verhouding beulslachtoffer. Enkele titels: Picknique en campagne 1952, Le labyrinthe 1956, Guernica 1960 en L'architecte et i'empereur d'Assyrie 1967 (De architekt en de keizer van Assyrië). A.’s gehele oeuvre vormt een afrekening met zijn jeugd en met de wrede wereld ; de toon is agressief, sarcastisch en soms sadistisch. Uit later werk blijkt zijn politieke geëngageerdheid. Hij schreef verder o.a. nog Baai Babylone 1959 (Baal Babylon; autobiografische roman waarop zijn film Viva la muerte 1971 is gebaseerd), L'enterrement de ia sardine 1970 (roman), Le grand cérémonial 1966 (toneel), La pierre de la folie 1970 (gedichten), Bella Chiao, la guerre de mille ans 1972 (proza), Vole-moi un petit milliard 1976 (toneel), La tour de Babel 1980 (roman) en Lettre à Fidel Castro 1984.