(1896-1940) Amerikaans schrijver. Hij maakte deel uit van de zgn. lost generation, een groep Amerikaanse schrijvers, die zich na WO I van hun land vervreemd voelden en hun heil in Europa (vaak Parijs) zochten.
F.'s naam is onverbrekelijk verbonden met de jaren '20, door hem de Jazz Age genoemd; hij schrijft over de toen heersende koortsachtige vrolijkheid, die omsloeg door de crisis. Zijn bekendste boek is The great Gatsby 1925 (De grote Gatsby; verfilmd in 1974), waarin de grote Amerikaanse droom en zijn obsessie, rijkdom, op tragische wijze worden doorgeprikt. Ander werk o.a. This side of paradise 1920 (Deze kant van het paradijs). The beautiful and the dammed 1922, Tender is the night 1934 (Teder is de nacht) en het onvoltooide The last Tycoon 1941 (De laatste filmmagnaat; verfilmd in 1977). Aan het eind van zijn leven begon hij vanwege tragische privé-omstandigheden (zijn labiele vrouw werd in een inrichting verpleegd en hij was steeds meer gaan drinken) filmscenario's te schrijven. Het autobiografische essay The crackup 1945 en zijn in 1963 uitgegeven brieven geven een goed inzicht in het leven van F.
