(geb. 1916) Spaans schrijver en dichter, studeerde medicijnen en rechten, was oprichter van 'Papeles de Son Armadans', een literair maandblad. Tijdens de Spaanse Burgeroorlog woonde hij in Madrid: de gruwelen ervan hebben hun sporen op zijn werk nagelaten.
In 1942 verscheen de roman La familia de Pascual Du arte (De familie van Pascual Duarte), die wordt beschouwd als een typische uiting van het 'tremendismo', een stroming in het Spaanse realisme van na de Burgeroorlog met als voornaamste kenmerken wreedheid en gruwelijkheid. In La colmena 1951 (De bijenkorf) geeft C. een beeld van de grauwheid, de armoede en de verbittering die heersen in Madrid. Ander proza o.a. Pabellón de reposo 1944, spelend in een tbc-sanatorium, Mrs. Caldwell habla con su hijo 1953 (Mrs. Caldwell spreekt met haar zoon), El molino de viento 1956 (De windmolen; verhalen). La cucana1959, Tobogén de hambrientos 1962, San Camilo, 1936 1969. Poëzie verscheen in Pisando la dudosa luz del dia 1945.