(ook Bruno Traven, 1882-1969) Duitstalig schrijver, over wiens identiteit nog altijd geen zekerheid bestaat. Het meest verbreid is de opvatting dat T. identiek zou zijn met een zekere Ret Maruth.
In dat geval werd hij in 1882 te Chicago geboren en was hij van 1907-T3 in Duitsland werkzaam als acteur en regisseur. In 1917 werd hij daar redacteur van het illegale revolutionaire tijdschrift 'Der Ziegelbrenner'. Na de Beierse opstand van 1919 werd T. ter dood veroordeeld en vluchtte hij in 1923 onder de naam Traven Torsvan via Rotterdam naar Mexico. Hier werd hij genaturaliseerd (1950). Ook schreef hij er zijn van pessimisme vervulde, maatschappijkritische, meeslepende en uiterst spannende romans, waarvan de beroemdste zijn Das Totenschiff 1926 (Het dodenschip; verfilmd) en Der Schatz der Sierra Madre 1927 (De schat van de Sierra Madre). Daarnaast schreef hij o.a. Die Baumwollpflücker 1927 (De katoenplukkers), Die weiße Rose 1929 (De witte roos), Der Karren 1930 (De ossenkar), Der Marsch ins Reich der Cao ba 1933 (De mars naar het oerwoud), Die Rebellion der Gehenkten 1936 (De opstand der gehangenen = Modesta), Troza 1936 (Mahoniehout), Ein General kommt aus dem Dschungi 1939 (Een generaal uit de wildernis) en Aslan Norval 1960 (Aslan Norval); verhalen verschenen o.m. in Der Busch 1926 en Der dritte Gast 1958.