omvat het onderbeen met de knie. Rechts beginnen.
Over de voet naar achter. Vanaf de tenen over de voorvoet drie maal naar achter en weer terug, dan langzaam langs de kuit omhoog tot in de knieholte, hier ongeveer 10 seconden stilhouden en dan langs de binnenkant van het onderbeen weer omlaag tot aan de hiel. Langs het linkerbeen gaat men weer omhoog tot aan de knieholte en na daar 10 seconden stilgehouden te hebben, gaat men over naar de rechter knieholte en na het intreden van de reactie weer terug naar de linker, dan langs de binnenkant van het been tot de hiel. De tijdsduur is voor K ieder verschillend, afhankelijk van de reactie. Zodra deze intreedt moet men de begieting beëindigen. Aan de voorkant gaat men met de waterstraal tot aan de knieschijf en blijft hier tot de reactie. Niet direct op het scheenbeen richten, de waterstraal moet op de spieren geconcentreerd zijn.
Werking: plaatselijke doorbloeding van huid, musculatuur, beenderstelsel van het onderbeen, reflectorische werking van de bloedsomloop op de organen van het kleine bekken (urine- en geslachtsorganen, dikke darm), afleidend op doorbloeding van maag, lever, hoofd-, hals-, en borst-organen. Harden en opheffen van stuwingen in genoemde organen.
