Woordenboek Nederlands -Latijn

Dr. J.F.L. Montijn (1949)

Gepubliceerd op 14-02-2022

Sătisfăcĭo

betekenis & definitie

fēci, factum (3);

1. in 't alg., voldoen, tevreden stellen, absol., Cic., of c. dat., officio suo, Cic., vitae, lang genoeg geleefd hebben, Cic., alci alqd petenti, Cic.
2. in 't bijz., (een schuldeiser) voldoen, betalen, alci, Cic., de visceribus suis, Cic.; (een beledigde) genoegdoening geven, zich verontschuldigen, - rechtvaardigen, alci, Cic.; voldoende bewijzen, alci, m. acc. c. inf., Cic., Nep.

< >