= satis
1. adi. genoeg, voldoende, quanfum sat est, Cic., iam sat est, Ter., sat habeo, Ter.; c. gen., sat signi, Ter., sat est, c. inf., Ter., Ov., zo ook sat habuit, poët. bij Cic.
2. adv., sat scio, Ter., sat bibere, Verg., sat bonus, Cic.
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: