Woordenboek Nederlands -Latijn

Dr. J.F.L. Montijn (1949)

Gepubliceerd op 14-02-2022

Rĕcūso

betekenis & definitie

1. in ’t alg., afslaan

af-, van de hand wijzen, protesteren tegen, laborem, Caes., alqm disceptcdorem, Cic.; c. inf., Caes.; m. ne etc., Cic., of bij voorafgaande negatie m. quin of quominus etc., Cic.; de stipendio, Caes., de iudiciis trans1erendis, Cic.; absol., non recuso, non abnuo, Cic.

2. in ’t bijz., als gerechtelijke term, = protesteren, quoniam satis recusavi, Cic.

< >