Woordenboek Nederlands -Latijn

Dr. J.F.L. Montijn (1949)

Gepubliceerd op 14-02-2022

Gĕmĭnus

betekenis & definitie

1. eig., dubbel (met betrekking tot de geboorte), te gelijk geboren, tweeling-.

2. overdr., dubbel, met een dubbele gedaante, Chiron (Centaur, half mens en half paard), Ov., Cecrops (half Griek en half Aegyptenaar), Ov.; dubbel = tweevoudig, twee, of = beide. | (als tweelingen) gelijk; gemeenschappelijk.

< >