pressi, pressum (3);
1. ergens uitpersen, -drukken; (letters, woorden enz.) krachtig uitstoten, sterk of duidelijk uitspreken, articuleren. | overdr., afpersen.
2. (in was, metaal, door kleuren enz.) uitdrukken = afbeelden. | overdr., (door woorden) uitdrukken, schilderen, nauwkeurig uiteenzetten; navolgen, vertalen; nabootsen, -volgen, weergeven.
3. omhoogdrukken, -drijven, -schuiven.