1. van de adem beroven, uitputten, pass. = buiten adem geraken, cursu, Caes.; (van zaken) nolo verba exiliter exanimata exire, met flauwe, zwakke adem wegsterven, Cic. | overdr., (van vrees enz.) buiten adem brengen, ontzetten, doodsangsten doen uitstaan, pass. ook = buiten zichzelf geraken.
2. van het leven beroven. | overdr., bijna half dood maken of kwellen.