Woordenboek Nederlands -Latijn

Dr. J.F.L. Montijn (1949)

Gepubliceerd op 14-02-2022

Divĕs

betekenis & definitie

vĭtis, comp. dīvĭtĭŏr, -ĭŭs, gen. ōris, sup. dīvĭtissĭmus

1. eig., (van personen) ex pauperrimo dives factus est, Cic., c. abl., agris, Hor., bubus, Ov., c. gen., pecoris, Verg.; subst., een rijke. | (van zaken), Nilus, waterrijk, Ov., terra, dives amomo, Ov.
2. overdr., veel bevattend of belovend, lingua, welbespraakt, Hor. | (poët.) kostbaar, van hoge waarde.

< >