Woordenboek Nederlands -Latijn

Dr. J.F.L. Montijn (1949)

Gepubliceerd op 14-02-2022

Discēdo

betekenis & definitie

cessi, cessum (3);

I. uiteengaan, zich scheiden, zich verdelen, caelum discedit, opent zich, Cic., vand. ook heldert op. Verg.

II. a. eig., zich verwijderen, scheiden, wijken, ergens vandaan gaan, - zich begeven (naar), (van militairen) aftrekken, db signis, de slagorde verlaten, Caes., ab armis, de wapens neerleggen, Caes., a bello, zich van het oorlogstoneel verwijderen, Caes.; (uit een strijd als overwinnaar, overwonnene enz.) wegtrekken, er afkomen, vand. in ’t alg., (b.v. ongestraft) ergens af komen. | van iemd afvallen, iemd verlaten, ab alqo, Cic.

b. overdr., in ’t alg., ex of a vita, verscheiden, Cic., a re, van het onderwerp afgaan, Cic.; overdr., (van herinnering, hoop enz.) verdwijnen. | in ’t bijz., (van iets) afwijken, (iets) opgeven, ab officio, Cic., a consuetudine, Cic., a se, buiten zich zelf geraken, Cic.; (van de senaat) in alqam sententiam, zijn instemming betuigen met, Liv., in alia oninia, voor het tegendeel stemmen, van een tegenovergesteld gevoelen zijn, Cic.; vgl. quo (= ad quod SC.) numquam ante discessum est, waartoe men vroeger nooit is overgegaan, Caes.; ab alqo of db alqa re, van iemd of iets afzien, iemd of iets uitzonderen, Cic.

< >