I. Van plaats: van . . . weg, van ... af, van . . . vandaan, van (boven)... af, van, soms ook = uit (ter aanduiding van het punt, waarvan iets uitgaat, nova de gravido palmite gemma tumet, aan, Ov., (van de kant, vanwaar iets geschiedt) palam de sella ac tribunali pronuntiare, Cic., nihil ex occulto, nihil de insidiis agere, Cic.
II. Van tijd: (om aan te duiden, dat iets nog in de loop van een bepaalde tijd begonnen is) = (nog) in de loop van, (nog) op, (nog) in of bij, de nocte, Cic., multa de nocte, Cic., de die, op klaarlichte dag, Com., Hor. (ook soms = met het begin van de dag), media de luce en de medio die, Hor., de tertia vigilia, Caes., de mense Decembri navigare, Cic., de tempore, op zijn tijd, Auct. bell. Hisp. | (om aan te duiden, dat iets onmiddellijk volgt) van ... af, onmiddellijk na, statim de auctione, Cic., diem de die, van dag tot dag, differre, proferre, Liv’., Iust.
III. Verdere overdr. betekenissen: (ter aanduiding van afkomst, afstamming) van; (-van etymologische oorsprong) van, naar, dicere alqm de alcs nomine, Ov. | (- van een deel van iets) van, uit, onder, dikwijls ter omschrijving van de partitieve genetivus, quemvis de iis, Cic. | (- van de stof, waarvan iets gemaakt is) van, uit; (van iets, waaruit iets anders ontstaat) uit, van, de templo carcerem fieri, Cic.; (- van datgene, waaruit de kosten voor iets bestreden worden) de publico, uit de staatskas, Cic., de te, uit uw zak, Ter.; (- van het lichaamsdeel enz., waaraan men gestraft wordt) de tergo, de visceribus satisfacere, Liv., Cic. | (- van oorzaak of grond) vanwege, wegens, ter wille van, uit, door, gravi de causa, Cic., senatui parendum de re publica fuit, Cic., quod erat de me feliciter Ilia mater, door mij, Ov. | (- van norm of richtsnoer) naar, volgens, vix de mea sententia concessum est, Cic. (- van betrekking of opzicht) wat betreft, ten opzichte van, aangaande, over, recte non credis de numero militum, Cic., de fratre confido, Cic. | (bij adiectiva ter vorming van adverbiale uitdrukkingen), de improviso, onvoorziens, onverwachts, de integro, opnieuw, Ter., Cic.
Gepubliceerd op 14-02-2022
Dē
betekenis & definitie