Woordenboek Nederlands -Latijn

Dr. J.F.L. Montijn (1949)

Gepubliceerd op 20-02-2022

Cottĭus

betekenis & definitie

ĭi, m. naam van twee over verschillende Ligurische volksstammen in de naar hen genoemde Cottische Alpen heersende koningen, nl. van de vader, tijdgenoot en vriend van Augustus, en van de zoon, na wiens dood het land door Nero in een Romeinse provincie veranderd werd.

Daarv. Cottĭanus en Cottĭus, Cottisch, Alpes, Tac.

< >