Woordenboek Nederlands -Latijn

Dr. J.F.L. Montijn (1949)

Gepubliceerd op 16-11-2021

consŭlo

betekenis & definitie

sŭlŭi, sultum (3);

I. te rade gaan, beraadslagen, overleggen,
a. in ’t alg., rem, over de zaak, Cic., vestram omnium vicem, voor (in plaats van) u allen, Liv., in medium, in commune, voor het algemeen welzijn, Verg., Liv.
b. praegn., een besluit nemen, besluiten, te werk gaan, libere ad summam rerum Caes., ea male, Sall. | (voor iemd of iets) raad schaffen, zorgen, (op iets) bedacht zijn, (iemd) helpen, (een zaak) verhelpen, (voor iets) werken, soms ook = (iemd of iets) sparen, ontzien, alci, Cic., alci optime, Cic., suae vitae durius, de hand aan zich zelf slaan, Caes., manu (door strijd) militibus, Sall.
c. in de formule alqd boni consulere, iets goedkeuren, goed opnemen, voor lief nemen, Ov., Quint.

II. (iemd) om raad of zijn mening vragen, (iemd) raadplegen, vragen, (bij iemd) navraag doen.

a. in ’t alg., alqm, Cic., rem nulli obscuram, over enz., Verg.
b. (een overheidspersoon enz.) uitspraak laten doen, om zijn beslissing vragen enz., (de koning) regem de aliis = de aliis rebus, Liv.; de senaat) vragen = iets in de senaat ter sprake brengen, en = (de afzonderlijke senatoren) om hun mening vragen, (hen over iets) laten stemmen, senatum de foedere, Sall.; (het volk) vragen, iets voor het volk brengen ter beraadslaging, nihil de eius morte populus consultus, Cic.
c. (een rechtskundige) vragen, consulteren, alqm, Cic., ii, qui consuluntur, de rechtsgeleerden, Cic., ook absol., licet consulere? Cic.
d. (een godheid, orakel, waarzegger enz.) vragen, raadplegen, haruspicem, Cic., ook absol., si publice consuletur, Tac.

< >