Woordenboek Nederlands -Latijn

Dr. J.F.L. Montijn (1949)

Gepubliceerd op 14-02-2022

Conclūsĭo

betekenis & definitie

ōnis, f. in-, afsluiting, blokkade. | overdr., slot, einde; (m., Cic., en zie, Cornif. rhet., Quint., orationis) besluit, einde (laatste deel ener rede); (m. en z. verborum of sententiarum, Cic.. Quint.) afgesloten periode; de gevolgtrekking in een syllogisme.

< >