I. calcis, f. hiel, hoef, calce petere alqm, naar iemd achteruitslaan, Hor., calces remittere achteruitslaan, Nep., calce terere calcem, dicht achter iemd lopen, Verg.
II. calcis, f. zelden m.,
1. kalksteen, kalk ; meton. = het vroeger door kalk aangeduide einde der renbaan (tegenover carceres, de slagboom, het begin der renbaan). | overdr., ad carceres a calce revocari, van het einde tot het begin terugkeren, van voren af beginnen, Cic. 2. steen op het speelbord.