(Applicatuur) noemt men in de muzikale uitvoering de juiste plaatsing en verplaatsing der vingers op het instrument. Het oudere klavierspel (vóór Bach) sloot de duim en de pink bijna geheel uit; de volgende periode beperkte hun gebruik als regel tot de ondertoetsen; de nieuwere ontwikkeling (Chopin, Liszt, Tausig, Bülow enz.) heeft eindelijk elke beperking in het gebruik der vingers geheel opgeheven.
Door goede vingerzetting kan o.a. voor de frasering veel bereikt worden.