(1440-1520), Vlaams rechtsgeleerde, grondlegger van de Vlaamse rechtswetenschap. Was burgem. van het Brugse Vrije, voorzitter van de Raad van Vlaanderen, sedert 1504 raadsheer in de Grote Raad te Mechelen.
Codificeerde de cosstuymen van Vlaanderen en schreef een "beroemd Tractaet van den Leenrechten na de Hoven van Vlaenderen (1492) en twee handleidingen over strafvordering en burgerlijke rechtspleging.