naam van enige koningen van Spanje:
I de Schone (1504-1506), zoon van keizer Maximiliaan en Maria van Bourgondië, gehuwd met Johanna van Castilië. Volgde 1504 Isabella van Castilië op.
II (1556-1598), geb. 1527, zoon van Karel V. Erfde Spanje, de Nederl. en de Sp. bezittingen in Italië en Amerika; annexeerde 1580 Portugal. In geest van zijn tijd versterkte hij de Inquisitie, die hij als politiek middel bezigde: verloor door hard centralisme tegen de vrijheidslievende Nederlanders het N. deel van zijn Ned. gewesten (1568-1648), in strijd tegen Eng. de Armada, won echter als hoofd van anti-Islam liga bij Lepanto (1571). Groot maecenas, schiep hij Escoriaal. Door verkwistende prestigepolitiek bereidde hij verlies van Spanjes beheersende positie in Europa voor.
III (1598-1621), geb. 1578. Beheerst door zijn gunsteling de hertog van Lerma;
IV (1621-1665), geb. 1605. Liet de regering over aan de eerste min., de hertog van Olivarez.
Sloot met Frankrijk de nadelige vrede der Pyreneeën (1659);
V (1701-1746), geb. 1683. Geboren uit het Huis Bourbon, kleinzoon van Lodewijk XIV. Zijn troonsbestijging werd oorzaak van de Sp. Successie-oorlog (1701-1713). Bij de Vrede van Utrecht (1713) algemeen erkend.
