(Gr.: pentateuchos, ,,het vijfdelige werk”), de 5 zgn. boeken van Mozes: Genesis, Exodus, Leviticus, Numeri en Deuteronomium, door de Joden Thora (wet) genoemd. De „oorkondenhypothese” (Jean Astruc, 1753) onderscheidde voor het eerst verschillende bronnen in verband met het gebruik van de Godsnamen Jahwe resp.
Elohim. De „jongere oorkonden-hypotnese” veronderstelt vier hoofdbronnen, t.w. het werk van de Jahwist (aangeduid als J.), van de Elohist (E.), het boek Deuteronomium (D.) en de Priestercodex (P.), volgens Kuenen, Graf en Wellhausen de jongste dezer oorkonden.