De Kleine Winkler Prins

Winkler Prins (1949)

Gepubliceerd op 13-06-2020

Maccabeeën

betekenis & definitie

(1), Joods geslacht, waarvan de priester Mattathias de grondlegger was (166 v.C.). Hij en zijn zonen voerden in de 2e eeuw v.C. een heldhaftige strijd tegen de Syrische heersers.

Judas (✝ 161) heroverde Jeruzalem (165 v.C.) en Simon (✝ 135) vestigde in 142 de Joodse onafhankelijkheid;(2) naam van enkele oudtestamentische Apokriefen. Het eerste en tweede boek der M. worden door de R.K. Kerk tot de canonieke bijbelboeken gerekend.

Het eerste heeft grote historische waarde; beschrijft de Joodse geschiedenis van 174-134 v.C. (de vrijheidsoorlogen tegen de Syrische heersers).

Het tweede behandelt de jaren 175—160 v.C.; meer rhetorisch.

Het derde berust op legenden en beschrijft hoe de Joden in Egypte door Ptolemaeus IV (221-204 v.C.) zouden zijn vervolgd.

Het vierde heeft de vorm van een toespraak „Over de heerschappij van de rede” over de hartstochten en voert als voorbeelden o.m. aan de marteldood van Eleazar, de zeven broeders en hun moeder. Het eerste oorspr. in het Hebr., de andere in het Grieks. Macchia (Ital.), z Maquis.

< >