De Kleine Winkler Prins

Winkler Prins (1949)

Gepubliceerd op 13-06-2020

Maatschappij tot Nut van ’t Algemeen

betekenis & definitie

werd 16 Nov. 1784 te Edam gesticht door ds Jan Nieuwenhuyzen en vijf anderen, o.a. zijn zoon Martinus, met het doel bij te dragen tot verbetering van de verstandelijke, zedelijke en maatschappelijke toestand des volks, speciaal door invloed uit te oefenen op opvoeding en onderwijs, veredeling van volksbegrippen en de verheffing van de levensstandaard. Uitgegaan van dissenters (ds J.

Nieuwenhuyzen was Doopsgezind) had de M. een strijd te voeren tegen de Staatskerk. De M. heeft grote invloed gehad op de verbetering van tal van misstanden, richtte bibliotheken en leeszalen op; de Nutslezingen werden een instituut. Ook op gebied van toneel, muziek en film is veel verricht. Voorts doet de M. uitstekend werk door haar Spaarbanken, terwijl sedert 1919 een Nutsseminarium voor paedagogiek wordt onderhouden.

< >