(1879), Duits staatsman. 1914 lid van de Duitse Rijksdag voor het Centrum; 1920 Min. van Financiën, 1921-1922 Rijkskanselier. Behoorde tot de linkervleugel van het Centrum; vooral bekend is geworden zijn uitlating in de Rijksdag, na de vermoording van Rathenau (1922): „Der Feind steht rechts”.
Was nog 1930—’31 min. voor de bezette gebieden en Binnenlandse Zaken. Leeft sinds 1933 in Zwitserland.
