(1787-1854), Duits natuurkundige met grote verdiensten voor de electriciteitsleer. Formuleerde de wetten:
1. het menselijk oor is slechts gevoelig voor sinusvormige luchttrillingen,
2. de stroomsterkte in een draad is recht evenredig met de aangelegde spanning en omgekeerd evenredig met de weerstand van de draad.
Te zijner ere is de eenheid van weerstand voor de electrische stroom de Ohm genoemd en geldt: de internationale ohm is de weerstand van een kwikdraad met een doorsnede die zo nauwkeurig mogelijk 1 mm2 is en die een lengte van 106,3 cm heeft. Het totaalgewicht van het kwik van de kwikdraad moet 14,4521 gram zijn, zulks ter controle van de juiste diameter van de capillair.