in de ruimste zin wordt hiermede bedoeld het onderzoek der levensverschijnselen bij planten en dieren. Volgens de moderne opvattingen is zij meer de toepassing van de exacte* wetenschappen op het levend organisme.
De algemene F. houdt zich bezig met eigenschappen en functies, karakteristiek voor de levende cel; celgroei, celdeling, prikkelbaarheid, doorlaatbaarheid der celwanden enz. De speciale F. beschrijft de werking der afzonderlijke organen (ademhaling, bloedcirculatie, spierfysiologie enz.). De F. der plantaardige wezens is voor een deel een geheel afzonderlijke wetenschap.