(1861-1948), vorst (1887-1908) en koning van Bulgarije (1908-1918). Gesproten uit de R.K. tak van het huis Saksen-Coburg.
In 1887 door de Nationale Vergadering van Bulgarije tot vorst gekozen. Liet 1896 zijn zoon Boris in de Grieks-Kath. Kerk opnemen, om een betere verstandhouding met Rusland te verkrijgen. Deswege door de Paus in de ban gedaan (tot 1912) . Nam 1908 de titel van koning aan. Leidde zijn land in 1e en 2e Balkanoorlog (19121913); de tweede eindigde voor Bulgarije rampspoedig. Streed 1915-’18 aan de zijde van de Centralen; trad bij hun ineenstorting (Oct. 1918) af.