(dies f.), in het Oude Rome de dagen, waarop het geoorloofd was recht te spreken; de dagen, waarop dit niet mocht, heetten dies nefasti. Later werden deze dagen in stenen tafels gegrift, waarbij dan tevens genoemd werden de dagen voor feesten, spelen, verkiezingen enz.
Hieruit ontwikkelden zich de kalender en een begin van geschiedschrijving.
