bevoegdheid, om zonder voorafgaand verlof door de drukpers gevoelens of gedachten te openbaren. Deze is door de Ned.
Grondwet (art. 7) aan alle inwoners gewaarborgd als zg. grondrecht, echter onder voorbehoud van ieders verantwoordelijkheid volgens de wet. Letterlijk verbiedt dit artikel alleen preventieve censuur, maar men beschouwt algemeen ook een verschijningsverbod voor bepaalde publicaties als ongeoorloofd. Gedurende staat van oorlog en beleg kan inbreuk worden gemaakt op het beginsel der D. (195 Gw.). In oorlogstijd kan preventieve censuur nl. voor de veiligheid van de staat volstrekt noodzakelijk zijn. De strafrechtelijke verantwoordelijkheid voor eens gepleegde drukpersdelicten is geregeld bij artt. 53 en 54 Sw. Beginsel is, dat uitgever of drukker slechts vervolgbaar is, indien de eigenlijke dader niet te vatten is.
De Big. Gw. erkent in art. 14 het recht op D. Drukpersdelicten worden bij uitsluiting door het assisenhof berecht (artt. 96, lid 2, en 98). Hij, wiens naam in een blad is genoemd, heeft het recht daarin een antwoord te plaatsen.