De Kleine Winkler Prins

Winkler Prins (1949)

Gepubliceerd op 07-06-2020

Drogist

betekenis & definitie

In 1865 werd in Nederland een examen ingesteld dat bevoegdheid verleende tot het uitoefenen der artsenijbereidkunst*. Tot die dag bestond er een examen voor hen, die onbewerkte geneesmiddelen, drogerijen* en ruwe chemicaliën wensten te verkopen (de D. van toen was vooral groothandelaar).

Na 1865 werd dit examen niet meer afgenomen. De naam is echter behouden gebleven voor de kleinhandelaar, die zonder een speciale bevoegdheid te bezitten geneesmiddelen, (maar dan ook slechts die, welke zonder recept afgegeven mogen worden) verkoopt en daarnaast drogerijen, poetsartikelen, verplegingsartikelen enz.In België werd sedert de wet van 19 Maart 1818 een diploma van D. afgeleverd door de Prov. Geneesk. Commissies; de D. was vooral groothandelaar. Bij K.B. van 30 April 1895 werd het examen opgeheven, ofschoon het diploma in rechte bleef bestaan. Dit werd in 1948 afgeschaft. De Beroepsvereniging der Drogisterij (sedert 1908) heeft in 1933 te Brussel een Drogisterijschool opgericht, sedert 1947 dagschool, die een officieel erkend diploma aflevert. Zij voert een actie tot regeling van het beroep en wettelijke bescherming van het diploma van D.

< >