Ferdinand (1810-1873), befaamd Duits violist, leerling van L. Spohr, was een der grootste docenten van zijn tijd te Leipzig.
Het vioolconcert van Mendelssohn is voor zijn ogen ontstaan en het eerst door hem uitgevoerd.Gérard (1450/60-1523), Ned. schilder, wiens doeken renaissancistische landschapsachtergronden vertonen (Bruiloft van Kana, Parijs; Gerechtigheid, Brugge).
Jacques Louis (1748-1825), Fr. schilder, de grondvester van de classicistische schilderkunst in zijn land : eerste indrukken in Rome ; nam deel aan Fr. Revolutie, geprotegeerd door Napoleon, verbannen 1816. Zijn wat gladde vormentaal belet niet, dat zijn werken een pathetisch-krachtige uitdrukking bezitten. Zijn histor. en actuele voorstellingen (Dood van Marat, Eed in de kaatsbaan, Eed der Horatiërs, De Sabijnsen enz.) tonen vaak realistische indringendheid.
Jan (1801-1866), Vlaams taalkundige en schrijver, prof. te Leuven, gaf vele Ned. schrijvers (Maerlant, Ruusbroec) uit, schreef hist. werken, was een der grote voorvechters der Vlaamse beweging. Hoofdw. : Vaderlandsche Historie, I842-’66. Te zijner nagedachtenis is 1875 het D.-fonds voorontwikkeling van het Vlaamse volk gesticht.
Johann N. (1895), Oostenr. componist van orgelwerken, symphonieën enz., directeur Conservatorium Leipzig.
Jorisz. (1501-1556), wederdoper, glasschilder. Predikte in Holland en ca 1533 in Friesland, gaf zich uit voor de Messias, leerde de veelwijverij. Verkreeg veel aanhangers: de „Davidjoristen”. Leefde sedert 1544 te Bazel onder de naam Jan van Brugge. Algemeen geacht om zijn mildheid.