(1835-1909), Ital. arts en criminoloog, grondlegger der crimineel-anthropologische wetenschap; was van Joods geslacht, werd bij Jezuïeten opgeleid, 1867 buitengew. hoogleraar te Pavia, 1871 directeur groot krankzinnigengesticht te Pesaro, annex strafgevangenis, waar hij vele misdadigers onderzocht. Van 1876-1909 prof. gerechtelijke geneesk. te Turijn.
Zijn bevindingen over misdadige typen zijn neergelegd in diverse grote werken; het beroemdst L’uomo delinquente (de misdadige mens, 3 dln, 1896 1897).