(1903-1943), veelzijdig Ned. rechtsgeleerde, tevens politicus. Promoveerde 1927 te Leiden.
Werd in 1931 buitengewoon, in 1937 gewoon hoogleraar in Volkenrecht en Inleiding tot de Rechtswetenschap te Leiden. Voorts was hij groot kenner van het Octrooirecht en beoefenaar van de Rechtsfilosofie. In de politiek speelde hij een rol, eerst als voorzitter der Liberale Staatspartij, later in het verzet. In 1941 werd hij door de Duitsers gearresteerd. Kort voor de capitulatie van Duitsland overleed T. in gevangenschap.