beslissing van geschillen, die uit het publieke recht voortspruiten, gebeurde voorheen door administratieve instanties, tegenwoordig door onafhankelijke rechter, zowel waar het geschillen tussen burger en openbaar lichaam betreft, als tussen een openbaar lichaam en een ander (hoger) publiek orgaan. In Ned. is instelling van afzonderlijke A. mogelijk gemaakt bij Grondwetsherziening van 1887.
Een algemene regeling der A. bestaat niet. In vele gevallen is zij nog opgedragen aan de kroon of aan Gedep. Staten. Daarnaast bestaan administratief-rechterlijke colleges, voor geschillen die uit afzonderlijke wetten voortspruiten. (Raden van Beroep voor de Directe Belastingen en voor de sociale verzekering, ambtenarengerechten, een beroepsraad voor het bedrijfsleven enz. Hoogste college voor A. is de Centrale Raad van Beroep, die echter alleen bevoegd is tot kennisneming in hoger beroep van die geschillen, hem bij speciale wet opgedragen. In België is de Bestendige Afvaardiging het voornaamste college van A. Deze wordt voorts uitgeoefend door Koning, ministers, Rekenhof, Gouverneurs, Raden der Provinciën e.a.
