Onvermogen om de urine op te houden.
Adderwortel (Polygonum bistorta).
De wortelstok. 2% decoct, 10 minuten laten koken. Drie kopjes daags.
Brandnetel (Urtica dioica): de grote brandnetel.
De zaden. Een beslag maken van 15 g brandnetelzaad met 60 g roggemeel, water en honing. Hiervan in de oven koekjes bakken. Een koekje daags, gedurende 2 weken.
Duizendblad (Achillea millefolium).
Het bovengrondse deel van de bloeiende plant. 6% infuus, 20 minuten laten trekken. Drie kopjes daags. CONTRA-INDICATIE: bij zwangerschap.
Eik (Quercus robur): de gewone eik; ook zomereik.
De schors. 50 g gesneden schors gedurende 4 dagen laten macereren in 1 liter rode wijn. Filtreren. Regelmatig voor de maaltijden een glaasje drinken.
Ganzerik (Potentilla tormentilla): de tormentil; ook weewinde.
De wortel, weewortel genoemd. 2% infuus, 25 minuten laten trekken. Lepelsgewijs innemen.
Kogelkruid (Globularia vulgaris); ook kogelbloem, klootbloem.
De bladeren en de bloeiende toppen. 3% infuus, 20 minuten laten trekken. Drie kopjes daags. (Voorzichtig! Grotere doses kunnen vergiftigingsverschijnselen veroorzaken.)
Saffloer (Carthamus lanatus).
De bladeren en de bloemen. 2% infuus, 20 minuten laten trekken. Twee kopjes daags.
Sla (Lactuca sativa): de kropsla.
De bladeren. Rijkelijk sla eten, zowel rauw als gestoofd.