Gepubliceerd op 11-11-2021

zelfstandigheid

betekenis & definitie

v., in bet. 2 en 3 zelfstandigheden (1 onafhankelijkheid; 2 bestanddeel b.v. van artsenijen, samenstellend bestanddeel van iets; 3 elk voorwerp op zich zelf):

1. de zelfstandigheid van een volk, van een land; zelfstandigheid van karakter;
2. een mengsel, bestaande uit verschillende zelfstandigheden;
3. zelfst. nw. zijn namen van zelfstandigheden.

< >