Gepubliceerd op 11-11-2021

zegel

betekenis & definitie

o. zegels, zegeltje (in metaal enz. gesneden letters, figuren, wapens enz., die in lak, was, afgedrukt kunnen worden; de afdruk; stempel; stempelwerk op papier; gezegeld papier): een zegel met een wapen snijden; rode lakzegels hingen aan de bul; alles is onder zegel; aan onderhevig; een verzoekschrift op zegel, op gezegeld papier; vrij van zegel, niet belast met; fig. zijn zegel aan iets drukken, aan iets hechten of hangen, het bekrachtigen; België: de zegels a) leggen, b) lichten,c) verbreken, a) verzegelen, b) van rechtswege wegnemen, c) wederrechtelijk wegnemen; zie o. a. formaatzegel, kwitantiezegel, plakzegel, geheimhouding.

< >