Gepubliceerd op 11-11-2021

ver, verre

betekenis & definitie

bn., bw.; verder, verst (afgelegen, verwijderd): in een ver land, op grote afstand van ons gelegen; dat is nog (heel) ver; zo ver van hier; in het verre W.; in de verre toekomst; spreek niet verder, voort; wie van die leerlingen is het verst gevorderd, meest? heinde en ver, dichtbij en veraf, overal; fig. een verre neef, niet naverwant; de verdere regeling van zaken, nadere, nog komende; ver over de zestig, diep in de zestig; dat is ver gezocht, met de haren er bij gesleept; dat gaat te ver, de perken te buiten; het ver (in de wereld) brengen, goed vooruitkomen; het is ver met hem gekomen, hij is diep gezonken; hij is verre van rijk, allesbehalve; hij staat ver beneden, boven mij, veel; op verre na niet; van verre, verweg.

< >