v. vederen, veders, vedertje, veer, v. veren, veertje (vogelpluim); zie s l a g -, s t a a r t v e d e r; ganzeveer, pauweveer; de schacht, de vlag van een veer; zo licht als een veer; zegsw. iem. in de (of: achter zijn, of: achter de) veren zitten, hem tegenwerken, hem narijden; elkaar in de veren zitten, twisten, kibbelen enz.; hij kon geen veer van zijn mond blazen, was zeer zwak en uitgeput; pronken met andermans veren, met sieraden, kledij of werk v. e. ander; een veer laten, a) gehekeld worden, b) iets inboeten, eer, geld enz.; vroeg uit de veren, uit bed; spreekw. Men kent de vogels aan hun veren, kent de mensen aan hun kleding en manieren.
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Favorieten
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen:
- Je eigen Ensie account
- Direct toegang tot alle zoekresultaten
- Volledige advertentievrije website
- Gratis boek cadeau als welkomstgeschenk