Gepubliceerd op 11-11-2021

vaneen

betekenis & definitie

bw.; van of uit elkaar: dit bijw. komt voor als eerste lid van enige scheidb. samengest. w.w., waarvan de leden der onbep. wijs (uitgezonderd met te) en der volt. deelw. aaneengeschreven worden, als: vaneenbarsten, vaneenrijten: de ballon zal vaneenbarsten, loopt gevaar vaneen te barsten, is vaneengebarsten.

< >